De basis van kansenongelijkheid ligt meestal in de kindertijd door het opleidingsniveau, het inkomen en eventuele taalachterstand van de ouders. Uiteindelijk kan kansenongelijkheid zelfs inkomensongelijkheid veroorzaken. Daarom is het belangrijk om kansenongelijkheid in het onderwijs zoveel mogelijk op te vangen.
Kansenongelijkheid in Nederland
In Nederland neemt het niveauverschil tussen leerlingen van laag- en hoogopgeleide ouders steeds verder toe. Dat wordt in diverse rapporten gemeld. Kansenongelijkheid bestrijden, begint bij goede leraren. Het Centraal Planbureau liet weten dat een kwart van de leraren die de meeste leerwinst boeken, leerlingen wel één onderwijsniveau omhoog kunnen brengen ten opzichte van de kwart leraren die de minste leerwinst boeken. Het effect van een goede leraar op lange termijn in iemands leven is ook duidelijk te zien: er zijn gevolgen gevonden op het loon en de woonwijk van dertigers die één jaar een goede in plaats van gemiddelde docent hadden op de basisschool.
Er is natuurlijk een lerarentekort en de werkdruk is hoog, maar toch zet de overheid in op maatregelen om deze tekorten op te lossen en leraren tegemoet te komen die zich tóch inzetten om extra begeleiding aan leerlingen met een achterstand te bieden.
Wat kun jij als onderwijsmedewerker doen voor leerlingen met een achterstand?
Leerlingen met een achterstand hebben extra tijd en aandacht nodig om van 0-1 naar 1-1 te komen. Als onderwijsmedewerker moet je daar dus extra tijd voor vrijmaken. Veel scholen bieden daar wel opties voor om jou daarin te ondersteunen, omdat ze daar subsidie voor kunnen krijgen. En als je daar geen extra tijd voor vrij kunt maken, hoe haal je dan zoveel mogelijk uit een les om ook de leerlingen met een achterstand te begeleiden?
Je kunt jezelf scholen op dit gebied. En als je er als leraar voor alleen voor staat in de klas en merkt dat bepaalde kinderen je extra nodig hebben, kun je bijvoorbeeld kijken of je eens bijval kunt krijgen van een collega. Het is vooral belangrijk dat je achterstanden signaleert en er in jouw team samen aan werkt om deze leerlingen zo goed mogelijk te helpen. Stel doelen op, bereid eventueel lessen samen voor, bezoek elkaars lessen en vraag leerlingen om feedback.
Bron: stichting-leerkracht.nl