Praktische didactiek voor engels in het basisonderwijs

Sinds begin van het cursusjaar 86/87 is Engels een verplicht vak op de basisschool. Via een opgebouwde leerlijn in een didactisch model wil het boek een praktische bijdrage leveren aan het geven van Engels in de basisschool en basisvorming. “De geschiedenis van Engels in het basisonderwijs (EIBO)” bevat bijdragen over de wet op het basisonderwijs, de redenen om een vreemde taal in te voeren en het waarom van Engels. Daarna volgt een uiteenzetting over de eindtermen voor vreemde-talenonderwijs en de kerndoelen voor Eibo. Als didactische methoden worden onder andere de grammatica-vertaalmethode, de audiolinguale methode en de functioneel-notionele methode gepresenteerd. Onderdelen van de “Eerste kennismaking met Engels” vormen de Engelse woordenschat van negenjarigen en verwerking van de woordenschat tot spel en taalspelen. Vervolgens een presentatie van het vier-fasenmodel: de introductiefase, de presentatie- en verwerkingsfase, de oefen- en overdrachtsfase. Omdat alle leerlingen zich aan het eind van de basisschool moeten kunnen redden in voorkomende taalsituaties is differentiatie gewenst. Dit kan men bereiken door middel van extensief lezen. Verder komen aan bod: Engels als voertaal in de klas met daarin aandacht voor de taalvaardigheid van de leerkracht; de voordelen en het gebruik van taalspelen en songs; intensieve en extensieve leesvaardigheid; kennis van land en volk en leerpakketanalyse De vijfde druk is grondig herzien. De vernieuwde kerndoelen van 2005 en nieuwe toetsmogelijkheden aan het eind van de basisschool zijn erin opgenomen. Er wordt veel aandacht besteed aan de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van Engels voor (zeer) jonge kinderen en de speciale didactiek voor deze leeftijdscategorie. Verder zijn alle illustaties uit de oudere leerpakketten vervangen door illustraties uit de meest recente Eibo-leerpakketten en als gevolg daarvan zijn ook de tekst en de opdrachten aangepast.