Waarom doen we de dingen zoals we ze doen?
Waarom hebben we jaarklassen, een centraal eindexamen en lange zomervakanties? Waarom gebruiken we standaard lesmethodes en gaan we uit van gemiddelden? Waarom geven we huiswerk? Waarom cijfers? En waarom ligt de focus op cognitieve ontwikkeling?
We gaan ervan uit dat er goed is nagedacht over ons onderwijssysteem, over wat een ‘goed onderwijssysteem’ is en dat het gebaseerd is op wat ‘het juiste’ is voor de ontwikkeling van de mens. Maar is dat wel zo? Of laten we ons vooral leiden door patronen en gewoonten?
Het onderwijs is in beweging, gedreven door een sterke behoefte om dingen anders te doen, om beter aan te sluiten bij wat kinderen en jongeren nodig hebben, bij wat de samenleving nodig heeft, bij nieuwe inzichten uit de wetenschap en bij waarden die veranderen. Verspreid over heel het land ontstaan daarom nieuwe vormen van onderwijs op basis van uitgesproken visies, waarin onderwijs radicaal anders vorm krijgt. Tegelijkertijd zijn ook veel bestaande scholen hard op zoek naar creatieve oplossingen en manieren om binnen het huidige systeem hun onderwijs anders in te richten.
Vorm geven aan nieuw onderwijs vraagt om ruimte: ruimte om te onderzoeken, ruimte om te experimenteren en ruimte in ons denken. Die ruimte ontstaat zodra je met nieuwe ogen naar ons huidige onderwijssysteem kunt kijken. Weten we waarom we de dingen doen zoals we ze doen in het onderwijs?