De zeven onderwijscompetenties die zijn opgenomen in de BIO

Of je nu in het ko, po of vo werkt, ondersteunt of leidinggeeft: het bijhouden van je didactische, pedagogische, leidinggevende en/of sociale vaardigheden zijn belangrijk voor kwalitatief goed onderwijs.

leestijd: 2 minuten
Foto Tom van Limpt

De Stichting Beroepskwaliteit Leraren heeft zeven onderwijscompetenties geformuleerd die zijn opgenomen in de wet Beroepen in het Onderwijs (BIO). Door deze competenties duidelijk te omschrijven, is het beter mogelijk ze te meten en verder te ontwikkelen.

De 7 onderwijscompetenties zijn:

  1. Interpersoonlijk competent
  2. Pedagogisch competent
  3. Vakinhoudelijk en didactisch competent
  4. Organisatorisch competent
  5. Competent in samenwerken met collega’s
  6. Competent in samenwerken met de omgeving
  7. Competent in reflectie en ontwikkeling

Interpersoonlijk competent

De leraar moet ervoor zorgen dat er een prettig leef- en werkklimaat heerst. Een leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding, gaat respectvol om met zijn leerlingen, is betrokken, schept een vriendelijke sfeer, brengt een open communicatie tot stand en bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen:

Pedagogisch competent

Een pedagogisch competente leraar heeft voldoende kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. Een leraar die pedagogisch competent is, zorgt ervoor dat leerlingen zich welkom voelen, zich gewaardeerd voelen, uitgedaagd worden, verantwoordelijkheid nemen, initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken.

Vakinhoudelijk en didactisch competent

Een vakinhoudelijk en didactisch competente leraar is in staat om succesvolle instructies en lesactiviteiten te creëren. Hij kan de lesstof zelf ook foutloos uitvoeren en uitleggen. Hij houdt rekening met de leerdoelen en de individuele behoeftes van een leerling. Hij kan de leerling motiveren en uitdagen voor hun leertaken.

Organisatorisch competent

Een organisatorisch competente leraar is verantwoordelijk voor het klassenmanagement. Hij zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer in de leeromgeving. Hij houdt een heldere planning aan, stelt prioriteiten, kan rode scheppen en houden. Deze leraar zorgt er dus voor dat leerlingen weten waar ze aan toe zij, wat ze met doen, hoe en waarom ze dat moeten doen.

Competent in samenwerken met collega’s

Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega’s levert een professionele bijdrage aan een goed pedagogisch en vakinhoudelijk en didactisch klimaat op school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Deze leraar durft hulp te vragen aan collega’s, kan deze ook geven en wisselt kennis uit.

Competent in samenwerken met de omgeving

Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving, levert in het belang van de leerlingen een bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instellingen in de omgeving van de school. Hij/zij onderhoudt goede contacten met ouders of verzorgers en met anderen personen en instellingen die te maken hebben met de zorg voor kinderen. zoekt actief contact met ouders en andere betrokkenen

Competent in reflectie en ontwikkeling

Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt na over zijn ontwikkeling en professionalisering binnen de schoolorganisatie en de kwaliteit van het onderwijs. Hij/zij heeft een goed beeld van zijn eigen kennis en kunde, houdt de vakkennis bij, kan omgaan met feedback, volgt trainingen en opleidingen.

Er zijn talloze trainingen en boeken voor beschikbaar om één, meerdere of alle competenties verder uit te diepen. Bekijk eens deze suggesties.